“Nog is het mooi, ’t geraamte van een blad,
vlinderlicht rustend op de aarde”
Ik zal mezelf nooit horen nazeggen
wat de duif heeft gefluisterd.
Of wat te denken van Columbus
die tot aan zijn dood dacht in Azië te zijn
geraakt.
’s Ochtends ga ik op zoek
naar het meisje dat ’s nachts mijn lakens wegtrekt.
Het meisje met de vliegende honden.
Het meisje met de sedatieve handen.
Het meisje met haar hart als een met hete helium gevulde luchtballon
strijk-en-zet op weg om voor altijd groots gevonden te worden.
Ze probeert zichzelf omhoog te trekken aan de lakens.
Helder als glas is haar kennis, maar daarvan wil ze niets weten.
Ik hoor haar dalen tot de knoop waarop zij haar vinger legt als ik slaap.
Klimmen, dalen, klimmen, dalen.
Ze slingert zachtjes door de kamer.
Imiteert een zwangere bonobo.
Meer en meer geloofde ze in bliksems.
En ondertussen worstelen we maar samen.
Lopen we zij aan zij zoals je samen loopt door een zandstorm.
Volgend jaar wil ze met mijn vader op vakantie.
Zij noemde het een psychose.
Ik noemde het een rivier.
Omdat het begon tussen
twee oevers.
ps
De subtitel is een dichtregel uit Sotto Voce van M. Vasalis
vlinderlicht rustend op de aarde”
Ik zal mezelf nooit horen nazeggen
wat de duif heeft gefluisterd.
Of wat te denken van Columbus
die tot aan zijn dood dacht in Azië te zijn
geraakt.
’s Ochtends ga ik op zoek
naar het meisje dat ’s nachts mijn lakens wegtrekt.
Het meisje met de vliegende honden.
Het meisje met de sedatieve handen.
Het meisje met haar hart als een met hete helium gevulde luchtballon
strijk-en-zet op weg om voor altijd groots gevonden te worden.
Ze probeert zichzelf omhoog te trekken aan de lakens.
Helder als glas is haar kennis, maar daarvan wil ze niets weten.
Ik hoor haar dalen tot de knoop waarop zij haar vinger legt als ik slaap.
Klimmen, dalen, klimmen, dalen.
Ze slingert zachtjes door de kamer.
Imiteert een zwangere bonobo.
Meer en meer geloofde ze in bliksems.
En ondertussen worstelen we maar samen.
Lopen we zij aan zij zoals je samen loopt door een zandstorm.
Volgend jaar wil ze met mijn vader op vakantie.
Zij noemde het een psychose.
Ik noemde het een rivier.
Omdat het begon tussen
twee oevers.
ps
De subtitel is een dichtregel uit Sotto Voce van M. Vasalis